EEN UITZONDERLIJK TERROIR
DOOR CORNELIS VAN LEEUWEN
Bordeaux Sciences Agro Professor
HET KLIMAAT, DE DRUIVENRASSEN, DE BODEM
De grands crus classés van 1855 zijn mensenwerk, maar ze danken hun edele karakter vooral aan de uitzonderlijke kwaliteit van het terroir dat ze heeft voortgebracht. Terroir is afgeleid van het Franse terre, aarde, grond, maar in vinologisch opzicht behelst het begrip veel meer dan alleen de grond waarin de wijnstok is geplant: het kan worden omschreven als een ecosysteem waarin bodem, plant en klimaat elkaar voortdurend wederzijds beïnvloeden. Het terroir is de schakel tussen de wijn en zijn geboortegrond.
De Romeinen legden al verband tussen de kwaliteit van wijn en de plek waar die vandaan kwam, maar ook in de Bordeaux houdt men al sedert de Middeleeuwen rekening met de afkomst van een wijn en worden daar ‘gemeentes’ verhandeld. Destijds was er al een duidelijk prijsverschil tussen wijnen afkomstig uit gemeentes met een goede reputatie op het gebied van de wijnproductie en andere gemeentes. Sindsdien worden wijnen naar herkomst gerangschikt. Aanvankelijk was dat een verhoudingsgewijs grove indeling, want wijnen uit een bepaalde gemeente haalden allemaal een vergelijkbaar prijsniveau. Pas in de 17de eeuw werd het onderscheid fijnmaziger en werd er naar château gedifferentieerd. Haut-Brion was het eerste château dat wijn onder zijn eigen naam verkocht. Met de intrede van het châteausysteem konden terroir en herkomst veel nauwkeuriger worden omschreven: het ging immers niet langer om de duizenden hectares van een bepaalde gemeente, maar om de enkele tientallen van een wijngoed. De Britten hebben een sturende rol in dit proces gespeeld, want zij hadden niet alleen hun zinnen gezet op wijn van goede kwaliteit en van een nader omschreven château, ze waren ook bereid voor hun wensen diep in de buidel te tasten.
Dankzij het reisverslag van John Locke, die de streek in 1677 bezocht, weten we wat de toenmalige vinologen van het effect van terroir op wijn wisten. Lockes reis was bijna een pelgrimstocht, want de beroemde filosoof was in Londen zo van de kwaliteit van Haut-Brion onder de indruk geraakt dat hij meer wilde weten en het wijngoed met een bezoek vereerde. Die hoge kwaliteit was, voor zover het de wijngaard betrof, volgens de eigenaar te danken aan de schrale grond, de gevorderde leeftijd van de aangeplante wijnstokken en een perfect op de plaatselijke omstandigheden afgestemde ligging op de zon. De elementen waarvan we tegenwoordig weten dat ze voor de kwaliteit van wijn bepalend zijn, waren drie eeuwen geleden dus al bekend.
Locke toont met zijn reis ook aan dat grote wijnen als de cru’s van 1855 eenvoudig tot hun terroir kunnen worden herleid. Anders dan een assemblagewijn, die wordt samengesteld uit wijn van uiteenlopende herkomst, komt een grand cru classé altijd van hetzelfde huis, van hetzelfde terroir. Daaraan ontleent die wijn zijn specifieke karakter, zijn bijzondere kwaliteit, maar het stelt de consument ook in de gelegenheid het stukje Bordeaux te bezoeken dat zijn wijn heeft voortgebracht en de mensen te ontmoeten die die wijn hebben gemaakt tot wat hij is. Controle op de herkomst van landbouwproducten staat tegenwoordig in het middelpunt van de belangstelling, maar anders dan bij ‘van boer tot bord’ bestaat de mogelijkheid grands crus classés van 1855 ‘van aarde tot waarde’ te traceren al eeuwenlang.
CONCLUSIE
In het begrip terroir komen drie factoren samen: bodem, klimaat en druivenvariëteit; de mens is de vierde factor die het geheel productief maakt. Ook in andere delen van de wereld komen klimatologische omstandigheden voor die lijken op die in de Bordeaux. En ook daar komen bodemtypes met vergelijkbare eigenschappen voor. Cabernet-sauvignon, het druivenras dat zijn naam en faam dankt aan de châteaus van de classificatie van 1855, wordt tegenwoordig overal ter wereld aangeplant. Uniek aan de grands crus classés van 1855 is de wonderbaarlijke synergie tussen bodem, klimaat en cépage. Wanneer een relatief droge grond de rijping versnelt, is de rijpingsperiode van cabernet sauvignon perfect afgestemd op het klimaat van de Bordeaux. De waterhuishouding in de overheersende bodemtypen is van dien aard dat de wijnstokken juist genoeg water wordt onthouden om een optimale concentratie in het fruit en een goede kwaliteit druiven te garanderen. De bodem watert goed af en beperkt de schadelijke effecten van overvloedige neerslag. De mens heeft dit door de natuur schijnbaar niet verwende en op het eerste gezicht weinig veelbelovende schiereiland omgetoverd tot een even beroemd als begeerd stukje Frankrijk.